Wednesday, June 01, 2005

Uit het leven van Alexander Weber

''Toen ik opstond voelde ik me al wat ziekjes. Even later besefte ik dat ik eigenlijk graag in de auto zit, als passagier welteverstaan. Ik had altijd gedacht dat dat niet zo geweest was. Vanuit de achterbank van een auto kan je zoveel ellende tegelijk zien, dat is werkelijk wonderbaarlijk. Tot je uiteindelijk bijna begint te wenen van alle haat die je kan zien. En terwijl weet je dat er nog zoveel haat over is die je níet kan zien. Een onbehaaglijk maar indrukwekkend gevoel is dat. En dat was waar ik aan dacht, toen ik mijn eerste sigaret van de dag rookte. Het bleek mooi weer te worden. Dat is geen leugen. Hoe kunnen zoveel mensen toch eigenlijk gelukkig zijn – of minstens overtuigend doen alsof - terwijl er voortdurend zoveel ellendige dingen gebeuren ? Minuut na minuut. De vraag is, wie is er schuldig, en wie voelt zich schuldig ? Dat is niet noodzakelijk dezelfde vraag. Vele schuldigen voelen zich niet schuldig, terwijl vele onschuldigen zich wel schuldig voelen. Maar schuldig zijn is natuurlijk iets subjectiefs en het vorige is dan ook per definitie onzin. Nog een slok koffie.
Toen ik al dit bedacht had was het inmiddels kwart over negen geworden. Ik slurpte nog een paar keer aan mijn lauw geworden koffie en trok vervolgens de voordeur van het appartement achter mij dicht. Zoals enkele keren in de week keerde ik naar de bibliotheek. Mijn voetstappen weergalmden door de inkomhal toen ik binnenkwam, de zon scheen lichtjes op het binnenplein dat zich in deze periode van het jaar langzaam liet versieren door klimop. Ik stapte naar links, voorbij een drankautomaat. Kastje nr. 54 was gesloten. Ik haalde de sleutel uit mijn eigen zak, en opende het deurtje. Er lag een omslag in. Alles leek in orde.
Ik stapte de bibliotheek binnen door de grote houten deur die steeds slechts aan de linkerkant geopend is. Het was ondertussen een uur of tien, in ieder geval nog betrekkelijk vroeg, en echt druk was het dan ook nog niet. Ik stapte even langs de cd’s, keek wat rond bij de boeken over kerkelijk recht en zette me vervolgens neer aan één van de computers. Nonchalant ogend tokkelde ik wat op het toetsenbord, tot ik merkte dat er voor de rest geen geluid te horen was. Schuchtig maar geconcentreerd keek ik even rondom mij. Er was blijkbaar niemand in de buurt, het enige wat ik horen kon was het grauwe geroezemoes van mensen aan het onthaal dat echode in deze veel te hoge zalen.
Ik peuterde de omslag die ik uit het kastje gehaald had open. Er zaten vier biljetten in van vijftig, drie van twintig en één van vijf. 265 dus: het klopte. Een ander briefje:
‘’OK. Next: Hans Sleutelaar, Vermiste Stad, pg. 23. 6 gram.’’
Ik stak het briefje snel in mijn rechterzak, daar waar ook mijn gsm zat. Even later stond ik tussen de nederlandstalige boeken te zoeken naar een poëziebundel.
Het boek van Sleutelaar dook een viertal minuten later op. Het was blijkbaar uitgekomen in 2004. Dat moest ik beslist onthouden. Nu pakte ik een ander omslagje uit mijn linkerzak, deed alsof ik even door het boek bladerde en plakte het nauwkeurig op bladzijde 23. Heel behoedzaam en even snel had ik het in het boek geplakt. Alweer tijd om te vertrekken.''

2 Comments:

Blogger mangisa is aan het zagen...

De nieuwe Gratts wordt zowaar een thriller!

12:46 pm  
Blogger Gratts is aan het zagen...

haha

2:17 pm  

Post a Comment

<< Home

Google
Free Web Site Counter
Web Counter